Het eiland Sicilië is ondanks zijn zuidelijke ligging uitgegroeid tot een regio waar vooral fijne rode wijnen de standaard zijn geworden. Hiervoor zijn verschillende redenen. Enerzijds heb je de autochtone druiven zoals nero d’avola en nerello mascalese die van nature elegant zijn en goed hittebestendig. Anderzijds heb je natuurlijk de uitzonderlijke ligging met verkoeling van de zee en hellingen die vaak een vulkanische ondergrond hebben. Het geeft een specifieke mineraliteit mee aan de wijnen, zoals die van op de Etna.