Kanonkop heeft mee gezorgd voor een andere kijk op niet-Europese wijnen. Dat er buiten Frankrijk ook uitstekende terroirs waren voor wijnbouw, was in de jaren 70 en 80 nog niet evident. Het vergde wat moed van enkele wijnimporteurs om naast Franse wijnen ook andere landen aan hun aanbod toe te voegen. Eerst zochten ze het nog dicht bij huis: Spanje, Duitsland, Italië … In de jaren 80 gingen sommigen nog een stap verder. Australië, Zuid-Afrika en Amerika waren de eerste regio’s buiten Europa die hun weg naar onze menukaarten vonden. Niet toevallig gebieden waar al eeuwenlang druiven geteeld werden onder invloed van kolonisatie. En waar vooral wijnen in de stijl van Bordeaux en Bourgogne gemaakt werden.

Het huis is een specialist in rode wijnen: cabernet sauvignon en vooral pinotage. De wijnen hebben over het algemeen een mooi bewaarpotentieel. Dat bleek al in het begin van de jaren 2000 bij verticale degustaties, waarbij verschillende jaargangen naast elkaar geproefd worden. Enkele wijnen van 20 à 30 jaar oud bleken nog bijzonder jeugdig.

Met hun eeuwenoude expertise weten wijnmakers in de ‘nieuwe wereld’ welke druivensoorten het best aarden in hun omgeving. Interessante case: de cabernet sauvignon in Zuid-Afrika. Cabernet sauvignon is een vaste waarde in Bordeaux, maar nu blijkt dat bepaalde Zuid-Afrikaanse terroirs een streepje voor hebben op de bakermat van de wijnbouw.

De druif heeft tussen maart en oktober veel warmte nodig om perfect rijp te worden. In Bordeaux durft dat al eens tegen te vallen, waardoor de druiven vroegrijp geplukt worden. Het gevolg: wijnen met wrange tannines. Wijnmakers lossen dat op door een lange houtrijping, of door te blenden met andere druiven zoals merlot.

In Zuid-Afrika doet dat probleem zich niet voor. Cabernet sauvignon wordt er perfect rijp geoogst, waardoor wijnhuizen het aandurven om 100 % cabernet te vinifiëren. Het resultaat? Fantastische wijnen met een enorme smaakbalans.